Op 19 december 2022 bood minister-president Rutte namens de Nederlandse regering excuses aan voor het slavernijverleden (zie hier de toespraak). Hij deed dat in maar liefst vier talen: Nederlands, Engels, Papiaments, en Sranantongo. Waarom deze vier talen? Wat is de link met de slavernijgeschiedenis van Nederland?
Nederlands ligt voor de hand als officiële taal van het Koninkrijk der Nederlanden en in Suriname, en Engels is behalve een grote internationale taal ook één van de twee officiële talen van Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius, en één van de drie officiële talen van Curaçao. Op Curaçao is het Papiaments de derde officiële taal. Daar is het ook de grootste taal, net als op Bonaire en Aruba. Het Sranantongo is nergens een officiële taal, maar het wordt veel gesproken als lingua franca in Suriname. Hoewel er in Suriname veel meer talen gesproken worden, is dit de taal waarmee je de meeste mensen bereikt.
Het is belangrijk om de excuses te krijgen in een taal die je nabij is, om ze niet alleen te horen, maar ook te begrijpen en voelen, en de intentie van de spreker beter op waarde te kunnen schatten. Nóg beter zou het dus zijn geweest om ook het Spaans en alle andere talen van Suriname, Curaçao, Aruba, Sint Maarten en Caraïbisch Nederland te gebruiken, inclusief de inheemse talen zoals Lokono bijvoorbeeld, maar dan zou het een nog langere toespraak zijn geworden.
Het is bijzonder dat het Papiaments en Sranantongo op dit historische moment te horen waren. Lange tijd werden deze talen door de overheid niet serieus genomen vanwege hun complexe ontstaansgeschiedenis. Deze talen zijn ontstaan in de tijd van de slavernij en vertonen sporen van zowel de talen van de Afrikaanse slaafgemaakten als de talen van de Europese handelaren en planters. Het zijn mengtalen die eerst ontstonden uit noodzaak om met elkaar te communiceren, maar die zich al snel ontwikkelden tot volwaardige talen met een eigen taalsystematiek en gebruiksregels.
Laten we nu in iets meer detail kijken naar hoe Rutte excuses maakte in het Papiaments en het Sranantongo. Wat zei hij precies?
Awe mi ta pidi diskulpa (Papiaments)
vandaag ik TT vraag excuus
‘Vandaag vraag ik om excuus.’
Tide mi wani taki pardon (Sranantongo)
vandaag ik wil zeggen pardon
‘Vandaag wil ik pardon zeggen.’
Misschien herken je enkele woorden: tide (uitgesproken als tiedee) lijkt op het Engelse today ‘vandaag’. Ook wani en taki hebben een Engelse oorsprong: want ‘willen’ en talk ‘zeggen’. Deze woorden zijn heel oud, ze stammen uit de tijd dat Suriname een Engelse kolonie was (1650 – 1667). Als je wat Spaans of Portugees kent, dan leg je misschien een verband tussen het Papiamentse diskulpa en Spaanse of Portugese desculpa ‘excuus’. Dat klopt, want deze talen hebben mede bijgedragen in de ontwikkeling van het Papiaments (zie hier). De keuze voor het woord diskulpa past bij de formele context waarin de excuses gemaakt worden, maar Rutte had ook in het Papiaments kunnen kiezen voor het meer nederige pordon. Het woord ta geeft aan dat het vragen (pidi) op het moment van spreken plaats vindt – niet in de toekomst of in het verleden, maar in de tegenwoordige tijd (TT).
Maar met de vertaalde excuses ben je er nog niet. Elke taal heeft eigen gebruiksregels voor succesvolle communicatie. In het Nederlands kun je ‘pardon’ zeggen als je spijt wil betuigen, maar in het Sranantongo is dat niet erg gangbaar. Je zegt niet dat je spijt hebt, maar je vraagt de ander om verontschuldiging en je stelt je bescheiden op ten opzichte van deze persoon of instantie. In plaats van taki ‘zeggen’ had Rutte dus beter het gebruikelijke begi ‘verzoeken’, afkomstig van het Engelse beg ‘verzoeken’, kunnen uitspreken: mi e begi pardon ‘ik verzoek om excuus’.