Je bekijkt nu Reis door de tijd met Dahl’s Law
Met taal kan je tijdreizen (foto Chris Dlugosz)

Reis door de tijd met Dahl’s Law

Je hoort wel eens dat het Nederlands een beetje op het Duits lijkt. Of het Frans op het Spaans. Maar in Afrika zijn er wel 550 talen die allemaal op elkaar lijken! Die talen heten de Bantoetalen. Ze lijken zo op elkaar doordat ze vroeger één taal waren: Proto-Bantoe. Het Proto-Bantoe werd ongeveer 4.000 tot 5.000 jaar geleden gesproken waar nu Kameroen ligt. Maar het is natuurlijk niet zo dat het Proto-Bantoe zich op een willekeurige donderdag in 550 stukjes heeft gehakt: dit is een proces geweest waar duizenden jaren overheen gingen. Hoe is dat dan gegaan? Hoe heeft één taal kunnen veranderen in 550 talen? En wat heeft Edmund Dahl daarmee te maken?

Een nieuw thuis

Zie het als volgt voor je: zo’n 4.000 tot 5.000 jaar geleden leefde een groep Proto-Bantoe sprekers samen ter hoogte van Kameroen (zie ook dit stuk over de wieg van talen). Maar door oorzaken als klimaatverandering en overbevolking moesten ze daar weg. Zo viel de groep uiteen in allemaal kleine groepjes die de wijde wereld in trokken. Delen van die groepjes trokken vervolgens nóg verder, terwijl anderen bleven waar ze terecht waren gekomen. Op deze manier reikt het Bantoe gebied nu van Kameroen tot Zuid-Afrika, en van de oostkust tot de westkust. Op de kaart hieronder zie je hoe dat ongeveer gegaan is:

De Bantoetalen hebben zich ver verspreid over het continent (afbeelding: Ancient History Encyclopedia)

Elke groep heeft het Proto-Bantoe met zich meegenomen, maar zette het na al die jaren wel een beetje naar eigen hand. Net zo lang tot je kon spreken van volledig verschillende talen. Dit verschijnsel heet taalverandering. In taalverandering zijn eigenlijk altijd wel regelmatigheden te ontdekken. Als een bepaalde groep mensen moeite heeft om iets uit te spreken, bijvoorbeeld een opeenvolging van specifieke medeklinkers, passen ze dat onbewust aan zodat het makkelijker praat. Elk woord dat zo’n “vervelende” opeenvolging had, werd in de taal aangepast. Zo’n structurele aanpassing noemen we een klankwet. Een voorbeeld van een klankwet die in Bantoetalen heeft plaatsgevonden, is Dahl’s Law (‘de wet van Dahl’), vernoemd naar de ontdekker ervan, Edmund Dahl.

Stemhebbendheid

Waar het bij Dahl’s Law om gaat, is de stemhebbendheid van de medeklinkers. Medeklinkers verschijnen soms in paren, waarvan de ene medeklinker stemhebbend is, en de andere stemloos. Een voorbeeld van zo’n paar is de b en de p. Taalkundig gezien zijn ze volledig hetzelfde, los van de stemhebbendheid. Bepalen of een medeklinker stemhebbend of stemloos is, is niet zo moeilijk: je kan het voelen. Leg maar eens je hand op je keel en zeg achter elkaar ‘aba’en ‘apa’. Je zal meer trilling voelen bij de b dan bij de p. De medeklinker b is stemhebbend en de p is stemloos. Zo zijn er nog een aantal andere paren:

StemhebbendStemloosTest zelf met…
vf‘ava’ vs ‘afa’
dt‘ada’ vs ‘ata’
zs‘aza’ vs ‘asa’
g (als in het Engelse goal)k‘aga’ vs ‘aka’

Dahl’s Law maakt het in Bantoetalen lastiger voor stemloze medeklinkers om kort achter elkaar te verschijnen. Allesbepalend daarvoor is de volgende vraag: Had het Proto-Bantoe woord een lettergreep met een stemloze medeklinker, en direct er achteraan nog een lettergreep met een stemloze medeklinker? Zo ja, dan werd de eerste stemloze medeklinker stemhebbend. Zo nee, dan veranderde er niets. Op die manier kan een Proto-Bantoe woord tijdreizen naar het heden, al dan niet met een kleine verandering.

Een voorbeeld: het Proto-Bantoe woord tako ‘bil’ bestaat uit twee lettergrepen: ta- en -ko. De eerste lettergreep heeft een stemloze medeklinker: de t. De tweede lettergreep heeft ook een stemloze medeklinker: de k! Dahl’s Law bepaalt dat de t dan moet veranderen in de stemhebbende variant: d. Het resultaat in huidige talen is dako.

Niet elke taal die van de Proto-Bantoe groep afkomstig is, vond het nodig om Dahl’s Law toe te passen. Een taal waarin Dahl’s Law wél is toegepast, is het Logooli (gesproken in Kenia). In die taal verandert tako bijvoorbeeld in dako, zoals hierboven uitgelegd. In het Swahili konden de woorden echter vrijer tijdreizen. Tako is daar gewoon tako gebleven. Op die manier zijn de 550 Bantoetalen een beetje van elkaar gaan verschillen. Hieronder zie je nog wat meer voorbeelden van Dahl’s Law in het Logooli:

Proto-BantoeLogooliBetekenis
pitabita‘passeren’
takodako‘bil’
kuukuguuku‘grootouder’
kutaguta‘olie’ / ‘verzadigd’

Kortom: klankwetten zoals Dahl’s Law tonen ons hoe taal zich in duizenden jaren heeft ontwikkeld. Als we weten welke klankwetten een taal zoals het Logooli heeft gebruikt, kunnen we ook andersom denken: hoe zag het woord er duizenden jaren geleden uit, toen het nog Proto-Bantoe was? Op die manier kunnen taalwetenschappers ook een beetje tijdreizen. En dat vanachter de laptop.

Bronnen:

Bastin, Yvonne, André Coupez, Evariste Mumba, en Thilo C Schadeberg (red.). 2002. “Bantu Lexical Reconstructions 3.” Africa Museum. Geraadpleegd maart 2021. https://www.africamuseum.be/nl/research/discover/human_sciences/culture_society/blr.

Bostoen, Koen. 2018. “The Bantu Expansion.” Oxford Research Encyclopedia of African History. Geraadpleegd 28 februari 2022. https://oxfordre.com/africanhistory/view/10.1093/acrefore/9780190277734.001.0001/acrefore-9780190277734-e-191.

Kisembe, Evelyne. 2005. “A Linguistic Analysis of Luyia Varieties Spoken in Western Kenya.” PhD diss., Memorial University of Newfoundland. https://research.library.mun.ca/10815/1Kisembe_Evelyne.pdf.

Wichmann, Søren, Eric W. Holman, en Cecil H. Brown (red.). 2020. “Wordlists.” The ASJP Database (versie 19). Geraadpleegd maart 2021. https://asjp.clld.org.