Een stukje over stemmen IN Afrika: op 20 mei 2020 zijn er verkiezingen Burundi, voor het parlement en de president. Dat eerste lijkt vrij eenvoudig, omdat er vaste percentages zijn voor een evenwichtige vertegenwoordiging in het parlement: 3 zetels zijn voor de etnische groep Twa, 40% van de zetels is voor de Tutsi’s en 60% voor de Hutu’s. Daarnaast is een minimum van 30% vrouwelijke parlementsleden vereist – zijn die er in de eerste telling niet, dan schuift de eerstvolgende vrouw gewoon op.
De verkiezing van de president daarentegen heeft in het verleden voor grote spanningen gezorgd. De vorige verkiezingen, in 2015, gingen gepaard met hevige protesten, die hard werden neergeslagen. De demonstranten waren het niet eens met de kandidatuur van zittend president Pierre Nkurunziza, omdat hij al de maximale twee termijnen als president had gehad, en in 2015 voor een derde keer meedeed. Er volgde zelfs een staatsgreep, maar die mislukte, waardoor Nkurunziza in 2020 nog president is. Bij deze verkiezingen is hij geen kandidaat meer; zijn partij heeft Evariste Ndashimiye naar voren geschoven.
Wat opvalt vanuit talig oogpunt, zijn de lange namen van de Barundi: vier of vijf lettergrepen, en beginnend met een n-. Dat komt omdat een naam eigenlijk een hele zin kan vormen. Kijk maar, wanneer we diverse namen in stukjes hakken:
N-kurú-nz-iizá
het-nieuws-het-goede
‘goed nieuws’
N-da-yi-shimiy-e
ik-heb-hem-bedank-t
‘Ik dank hem (God)’
Andere lange namen gaan vaak ook over de relatie tussen mens en God, zoals deze namen van Burundese taalwetenschappers:
N-sheméz-i-máana
ik-loven-moge-god
‘Dat ik God dank’
N-da-yi-rag-ij-e
ik-nu-hem-bewaken-laat-moge
‘Dat ik hem (=God) (mijn kinderen) laat bewaken’
Wanneer je dus de volgende keer nieuws uit Burundi hoort, weet je hoe de lange namen in elkaar zitten!