Taalstrijd. Daarbij moeten veel mensen meteen denken aan de Vlamingen en de Walen. De Vlamingen verdedigden het recht om in allerlei situaties Nederlands te kunnen spreken, de Walen spraken Frans. Bij de taalstrijd in België zijn ook identiteit en cultuur betrokken. Voor de Vlamingen ging het er ook om zichzelf te mogen zijn en hun tradities in stand te mogen houden, en de Walen verdedigen hun meer Frans-georiënteerde cultuur. Natuurlijk zijn er allerlei culturele verschillen tussen Vlaanderen en Nederland (terwijl in beide gebieden Nederlands wordt gesproken), en culturele overeenkomsten tussen Vlaanderen en Wallonië (terwijl er twee verschillende talen worden gesproken). Toch gaat de taalstrijd in België ook om identiteit en cultuur. Hetzelfde geldt voor het conflict tussen de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging en het centrale gezag in Madrid: een strijd om taal en identiteit.
Tegen die achtergrond is de opgelaaide taalstrijd tussen Engels en Frans in Kameroen opmerkelijk. “Kameroen is het België van Afrika,” schrijft de VPRO in een artikel met de kop “Kameroen: The battle of les langues.” Maar: in tegenstelling tot de situatie in België gaat het hier niet om moedertalen en al helemaal niet om Fransen en Engelsen.
Kleine geschiedenis van Kameroen sinds 1885
Hoewel het land officieel tweetalig is, wordt het Frans toch gebruikt als de dominante postkoloniale taal in Kameroen, zowel getalsmatig als politiek. Het Engels komt er op nationaal niveau wat bekaaid af. De twee provincies van Kameroen waar Engels de prestigetaal is wilden zich afsplitsen van de rest van het land, waar Frans de hoofdtaal is, en riepen op 1 oktober 2017 de onafhankelijkheid uit; het land zou Ambazonië of Amba Land gaan heten. In 2018 trok het leger binnen vanuit de hoofdstad en er brakeen kleine burgeroorlog uit, met veel vluchtelingen. Een echte taalstrijd, en veel geweldadiger dan wat we in Europa gewend zijn. Toch zijn de opstandelingen niet Engels, en de machthebbers geen Fransen. Hoe de situatie te duiden? We moeten daarvoor de koloniale geschiedenis van Afrika induiken en de taalsituatie van Kameroen onder de loep nemen.
Bij het verdrag van Berlijn (1885) claimden de Europese koloniale mogendheden de meeste delen van Afrika en verdeelden zo het continent onderling. Engeland en Frankrijk kregen het meeste territorium, en daarnaast verwierven Italië, Portugal, Spanje, België en Duitsland kleinere stukken. In elk geval werden Nambië en Kameroen Duitse koloniën. Na de Eerste Wereldoorlog moest Duitsland deze koloniën weer opgeven. Kameroen werd opgesplitst in Frans Kameroen en Brits Kameroen, allebei mandaatgebieden van de Volkenbond, een voorloper van de Verenigde Naties, maar in feite kwamen ze onder Franse respectievelijk Britse overheersing. In 1961 werd na veel verwikkelingen het hele gebied van de Duitse kolonie weer samengevoegd tot de onafhankelijke Federale Republiek Kameroen, met dus een groot stuk waar het Frans was gebruikt als officiële taal en een kleiner stuk waar het Engels was gebruikt.
Taalstrijd is zelden alleen taalstrijd
Los van deze verwarrende koloniale geschiedenis is de oorspronkelijke taalsituatie van Kameroen ook zeer complex. Op een bevolking van ruim 22 miljoen zijn er ruim 250 talen, inclusief een creolentaal, Cameroon Pidgin English of Kamtok. Deze taal heeft ook weer een aantal varianten, afhankelijk van de plaats en taalachtergrond van de sprekers. Veel talen in Kameroen behoren tot de Niger-Congo taalfamilie, en daarnaast zijn er veel Afro-Aziatische talen en wat Nilo-Sahara talen. Er zijn ook een paar talen waarvan we niet weten tot welke familie ze horen. Naast Kamtok worden ook onder meer Fulfulde en Ewondo als lingua franca’s gesproken in verschillende delen van het land. De oorspronkelijke koloniale taal, Duits, wordt niet meer gesproken maar is wel populair als vreemde taal op school.
Kortom, een zeer complexe en gelaagde meertalige situatie. Mogelijk spelen daarom de voormalige koloniale talen Frans en Engels zo’n belangrijke rol. Toch laat de taalstrijd van Kameroen ook wat anders zien: het gaat niet alleen om taal, maar ook om een gevoel van achtergesteld zijn.De etiketten “anglophone” en “francophone” (de manier waarop de twee strijdende partijen in Kameroen tegenover elkaar staan) betekenen veel meer, zoals beperkte toegang van de “anglophones” tot banen en diensten van de overheid. Dat gold ook in België, waar vroeger alleen het Frans de taal van de elite was. Een taalstrijd is zelden alleen taalstrijd.