Dit is ons erns, ‘dit menen we’. Die woorden staan in koper op het betonnen pad omhoog naar het Afrikaanse Taalmonument in Paarl, 60 km ten noorden van Kaapstad. Het monument uit 1975 werd in modernistische stijl opgericht, niet door de regering, maar met privéfondsen van Afrikaners die hun betrokkenheid bij hun taal kennelijk zo wilden uiten. De architect was Jan van Wijk en het modernistische monument doet een beetje denken aan de ontwerpen voor de Braziliaanse hoofdstad Brasilia van Oscar Niemeyer. Het is het enige taalmonument ter wereld. De symboliek van het ‘somewhat phallic’ (Lonely Planet) gebouw gaat uit van de drie ‘zuilen’ waarop het Afrikaans gebouwd is (Europese talen, Aziatische talen, en Afrikaanse talen), en daarnaast is er een ‘brug’ tussen Afrika en Europa en een zuil voor de ‘groei’ van het Afrikaans. De grootste zuil is voor de Republiek van Zuid-Afrika, geboorteplaats en thuisstee van de taal, gereserveerd.
Het monument ligt er prachtig, prominent in het weidse landschap, met een fraai vergezicht tot aan de Tafelberg bij Kaapstad. Hoe staat het Afrikaans er zelf bij? Die vraag is moeilijk te beantwoorden, want er zijn tegenstrijdige signalen. Zuid-Afrika ontwikkelt zich steeds meer tot een grote speler op het Afrikaanse continent, en er zijn steeds meer banden met landen in Azië. Er zijn miljoenen migranten uit Afrikaanse landen. De Westkaap, de thuisbasis van het Afrikaans, is een belangrijke toeristische bestemming. Al deze factoren leiden tot een steeds belangrijker rol voor het Engels. Ook de oorspronkelijk Afrikaanstalige Stellenbosch Universiteit, misschien de beste van het continent, krijgt steeds meer een internationaal karakter, en het jaarverslag geeft voor 2012 46,2 % Afrikaanstalige studenten, met nog eens 5,3 % Afrikaans-Engels. Een hele krappe meerderheid dus nog maar. Nu wordt het onderwijs in twee talen aangeboden, Afrikaans en Engels, tenminste wat betreft toetsmateriaal en studiehandleidingen, maar het is de vraag of dat over tien jaar nog zo zal zijn. Steeds meer opleidingen worden vooral in het Engels gegeven. Er is geen politieke druk om het Afrikaans op te geven, eerder dezelfde mechanismes die in Nederland werkzaam zijn om he Engels een steeds grotere plaats te geven.
In de Westkaap, de provincie waar Kaapstad, Stellenbosch en Paarl in liggen, leeft het Afrikaans zelf volop, al is de positie ervan in de media en in geschreven materiaal afgenomen. Het Woordfees, een festival voor de Afrikaanse taal, heeft dit jaar (2014) van 6 tot 16 maart voor de 15e keer plaats in Stellenbosch, met een programmaboekje van een dikke 100 bladzijden. Er zijn uiteraard schrijvers en dichters, maar er wordt ook een burgeroorlog gehouden (welk restaurant serveert de lekkerste burger?), culinaire programma’s, veel muziek en toneel, cabaret, kinderprogramma’s, film, en dansen. Opvallend is hoeveel van de deelnemende artiesten niet uit de blanke, maar uit de kleurling-gemeenschap komen. Ook binnen die gemeenschap zijn er veel sprekers van de taal. Heel wat mensen is het Afrikaans nog steeds erns.