Begging to be Black

Begging to be Black. Zo heet een recent boek van de Zuid-Afrikaanse dichteres en schrijfster Antjie Krog, waarin ze het levensgevoel van de blanke, met name de Afrikaanssprekende gemeenschap in Zuid-Afrika feilloos weet te verwoorden. Antjie Krog is bekend in Nederland door haar dichtbundels, zoals Kleur kom nooit alleen nie (2000) (Nederlandse vertaling Kleur komt nooit alleen, ook 2000) en Lady Anne (1989), maar internationaal is zij vooral doorgebroken met Country of My Skull, haar aangrijpende verslag van de zittingen van de Waarheids- en Verzoeningscommissie in Kaapstad (1998). Een volgend mooi boek van haar gaat vooral over taal en vertalen, Een ander tongval / A  change of tongue (2003). Met Met woorde soos met kerse (2002), een bloemlezing met gedichten uit (bijna) alle talen van Zuid-Afrika won ze de Zuid-Afrikaanse vertaalprijs. In Een ander tongval citeert ze de Zweedse collega Christina (p. 296): ‘Vertaling is noodsaaklik als ons wil leer om op hierdie planeet saam te leef. Ons moet begin om mekaar te vertaal,’ en kort bespreekt ze hoe moeilijk het is om Mandela’s woord ‘African’ in A Long walk to freedom te vertalen (p. 303-4). Het kan ‘alleen Temboe, dan Xhosa’ betekenen, maar ook ‘almal wat swart is’, soms is het ‘swart en coloured – die Indiërs en die wittes kom van ander kontinente, swart en coloured nie.’ Soms is het ‘almal wat nie wit is nie’, maar ergens heeft Mandela het over een ‘Afrikaander-bewaarder dat dié ook ‘n “African” is’. Vertalen is moeilijk, maar van levensbelang.

Antjie Krog is nu ook buitengewoon hoogleraar aan de University of the Western Cape in Bellville, een buitenwijk ten noorden van Kaapstad. Op die universiteit zijn er, in tegenstelling tot de Engelstalige University of Cape Town en de deels Afrikaanstalige Stellenbosch Universiteit, heel veel studenten uit de Xhosa en de Kleurling gemeenschap. Voor ze er ging werken voelde ze zich onzeker genoeg om toch maar een cursus Academische Schrijfvaardigheid te gaan volgen. Gelukkig heeft die cursus haar schrijfvermogen niet zichtbaar aangetast.

Maar goed, terug naar Begging to be Black, een pijnlijke exploratie van wat het zou betekenen om soutpiel (letterlijk ‘zoute piemel’) te zijn, een persoon met een been in Afrika en een ander in Europa, waardoor zijn geslachtsdeel in de oceaan hangt. Hoe voelt het om wel bij Afrika te horen, omdat jij en je familie er altijd gewoond hebben en jij je eigen cultuur en taal (het ‘Afrikaans’) als onderdeel van dat continent beschouwt, maar toch als blanke ook weer niet, althans in de ogen van veel zwarte Afrikanen? Krog dicht in het Afrikaans, maar is bewust van de noodzaak om in een groter verband te opereren. Begging to be black is ook niet in het Afrikaans verschenen, al bevat het vertalingen van eerder Afrikaanstalig werk, zoals het complexe verslag Relaas van een Moord (1995). Daarnaast, in een mozaïek van teksten, het verhaal van de contacten tussen de Basotho koning Moshoeshoe en de eerste zendelingen in zijn gebied, en overpeinzingen tijdens over een sabbatical van de schrijfster in Berlijn. Een veelheid van ondrwerpen, maar telkens weer de reflectie over wie zij is, en hoe het is, haar te zijn.

Antjie Krog zal nooit zwart worden, maar ze staat met beide voeten in Afrika.