Je bekijkt nu Wat was er eerst: de mens of de taal?

Wat was er eerst: de mens of de taal?

Het Shona is de grootste taal van Zimbabwe: deze taal wordt door maar liefst 10 miljoen mensen gesproken, ook in gebieden van Mozambique, Zambia en Botswana die aan Zimbabwe grenzen. Ondanks de belangrijke positie van het Shona in het moderne Zimbabwe is het duidelijk dat het Shona en haar sprekers oorspronkelijk niet uit Zimbabwe komen. Shona is onderdeel van de Bantoe taalfamilie, en Bantoe-talen worden over een groot gebied van Afrika gesproken. Deze grote verspreiding is het resultaat van een aantal gigantische migratiestromen die zich de afgelopen paar duizend jaar voltrokken hebben: vanuit het noord-westen van het Bantoe-sprekende gebied, op de grens van het huidige Nigeria en Kameroen, verspreidden Bantoe-sprekende gemeenschappen zich naar het oosten en het zuiden. De Shona van Zimbabwe zijn het resultaat van één van die migraties. 

Hoewel het dus vaststaat dat de Shona in zuidelijk Afrika terecht zijn gekomen door een migratie, is er nog veel onduidelijk over wannéér die migratie plaatsgevonden heeft. Geschreven bronnen kunnen hier niet veel licht op werpen, want die gaan niet ver genoeg terug. In plaats daarvan hebben archeologen de geschiedenis van de Shona bestudeerd, aan de hand van archeologische vondsten zoals bijvoorbeeld keramiek (potten). Ook taalkundigen hebben zich over de Shona geschiedenis gebogen door te kijken naar de Shona taal zoals die nu gesproken wordt.

Het interessante is dat archeologen en taalkundigen op basis van hun verschillende gegevens tot heel andere conclusies komen. Het archeologische bewijs suggereert dat de Shona al in het eerste millennium van onze jaartelling in zuidelijk Afrika waren. De taalkundige data daarentegen pleiten er sterk voor dat het Shona zich pas in het tweede millennium van onze jaartelling ontwikkeld heeft. Hoe kan dat?

Zimbabwe (bron: bbc.com)

Archeologen zeggen dat de Shona al lang keramiek maken in een typerende stijl die uniek voor hen is. Deze potten worden tot op de dag van vandaag gemaakt en zijn ook gevonden bij opgravingen uit het verleden. De scherven van deze potten komen uit de vroege ijzertijd, de periode die grofweg samenvalt met het eerste millennium van onze jaartelling, dus zeggen archeologen dat het Shona al sindsdien gesproken wordt.

Een Manyika (Shona) pottenbakker, rond 1960 (Afbeelding: Nyamushosho et. al 2021

Taalkundigen gebruiken andere argumenten. Shona is een Zuid Bantoe taal. Dat betekent dat het Shona nauwverwant is aan andere talen die in zuidelijk Afrika gesproken worden, zoals het Zulu en het Xhosa uit Zuid-Afrika, het Tsonga uit Mozambique en het Tswana uit Botswana. Deze verwantschap zie je duidelijk in de basiswoordenschat van Zuid Bantoe talen. Basiswoordenschat zijn woorden voor dingen en concepten waarvan we denken dat ze universeel zijn, dat iedereen er een woord voor heeft, zoals woorden voor lichaamsdelen zoals ‘hoofd’ en ‘been’, woorden voor veelvoorkomende natuurlijke fenomenen zoals ‘zon’ en ‘wind’, en woorden voor welbekende handelingen zoals ‘praten’ en ‘slapen’. Het Shona deelt duidelijk meer van zijn basiswoordenschap met Zuid Bantoe talen dan met talen van andere Bantoe groepen, en hoort dus onmiskenbaar bij het Zuid Bantoe.

Deze Zuid Bantoe tak onderscheidt zich bovendien duidelijk van Bantoe-talen die verder in het noorden gesproken worden. De nauwe samenhang van Zuid Bantoe en de verschillen tussen Zuid Bantoe en Bantoe-talen in andere regio’s geven duidelijk bewijs dat de Zuid Bantoe talen in zuidelijk Afrika ontstaan moeten zijn, en dat dat waarschijnlijk pas gebeurd is in de late ijzertijd, die begint in het tweede millennium van onze jaartelling. Omdat het Shona onmiskenbaar deel uitmaakt van de Zuid Bantoe taalgroep, kan de Shona taal dus ook niet ouder zijn dan 1000 jaar.

Dit zorgt voor frustratie bij de onderzoekers. Wetenschap gaat over het achterhalen van feiten en waarheid. Dan zouden archeologen en taalkundigen toch zeker niet uiteenlopende resultaten moeten hebben?

Toch zou dit mogelijk kunnen zijn, stelt nieuw onderzoek. Voorouders van de Shona sprekers waren inderdaad al vroeg in zuidelijk Afrika, in de vroege ijzertijd. Maar ze spraken toen nog een andere taal. In de late ijzertijd diende zich een nieuwe groep migranten aan, die sprekers waren van wat zich later zou ontwikkelen tot de Zuid Bantoe talen. Om één of andere reden kozen de voorouders van de Shona ervoor om deze nieuwe Zuid Bantoe talen ook te gaan spreken, en hebben ze hun oude taal laten varen. Al deze tijd hebben de mensen dezelfde keramische tradities gehouden.

Om zeker te weten of dat klopt, is verder onderzoek nodig. Waar archeologen zoeken naar bijvoorbeeld potscherven, kijken taalkundigen naar bepaalde woorden en taalpatronen die erop wijzen dat men vroeger een andere taal sprak. Neem bijvoorbeeld het Nederlandse goal. Deze Engels uitspraak van de g bestond niet in het Nederlands tot we Engelse leenwoorden leerden met deze klank. De klank geeft dus een stukje inzicht in de geschiedenis. Stel je een soort taalkundige detective voor, opzoek naar clues. Die clues in het Shona kunnen zitten in woorden, in bepaalde taalstructuren, klanken die niet typisch Bantoe zijn of verhalen van de ontstaansgeschiedenis van de Shona. Met die informatie kunnen we op den duur de vraag beantwoorden: wat was er eerst, de mensen of de taal?

Bronnen

Gunnink, Hilde, Natalia Chousou-Polydouri and Koen Bostoen. 2022. Divergence and contact in Southern Bantu language and population history: a new phylogeny in cross-disciplinary perspective. Language Dynamics and Change 13(1), 74-131. https://doi.org/10.1163/22105832-bja10022

Nyamushosho, Robert T, Njabulo Chipangura, Takudzwa B. Pasipanodya, Foreman Bandama, Shadreck Chirikure and Munyaradzi Manyanga. 2021. Nyanga pottery and the Manyika ethnohistory: towards a decolonised archaeology of the Nyanga agricultural complex. Heliyon 7(3). https://doi.org/10.1016/j.heliyon.2021.e06609