Het Ghomara Berber (door de sprekers zelf ššelḥa genoemd) is een opmerkelijke taal die door een klein aantal mensen wordt gesproken in het noordwesten van Marokko. De taal verschilt sterk van het naburige Riffijns Berber. Bovendien is de grammatica enorm door het omringende Arabisch beïnvloed wat tot opvallende taalverandering heeft geleid.
Het Ghomara Berber
Het bergachtige noorden van Marokko kan taalkundig in tweeën worden opgesplitst. In het oostelijke deel, dat in de volksmond bekend staat als de Rif, rond de steden Al Hoceima en Nador, wordt het Riffijns Berber (ook: Tmazight of Tarifect/ Tarifiyt) gesproken. In het Westen, dat in de volksmond bekend staat als de Jbala, spreekt het merendeel van de bevolking een variant van het Marokkaans Arabisch met één uitzondering: een twintigtal dorpen in de provincie Chefchaouen waar het Ghomara Berber wordt gesproken. Deze taal is vernoemd naar een bevolkingsgroep, de Ghomara, die ooit het hele Jbala-gebied bewoonde. Naar schatting spreken vandaag de dag ongeveer 10.000 mensen deze taal. Dit kleine taaleiland is een overblijfsel van wat ooit een groter Berbertalig gebied moet zijn geweest. Tot voor kort was er vrijwel niets bekend over deze taal. Het eerste en voor lange tijd enige artikel van de Franse geleerde G.S. Colin stamt uit 1929. Recentelijk is de grammatica van deze taal beschreven aan de Universiteit van Leiden.
Het Ghomara Berber is niet verstaanbaar voor iemand die het Riffijns Berber spreekt. Daarnaast zijn bepaalde veelgebruikte woorden duidelijk anders. Vergelijk de volgende woorden van het Ghomara met die van het Riffijns Berber (een letter met een puntje eronder wordt emfatisch uitgesproken, een streepje eronder of erboven geeft aan dat de letter een fricatief is, š is de sh van het Engelse shop, y is de Nederlandse j, g is zoals in het Engelse go en ɣ is een uvulaire fricatief).
Ghomara | Riffijns | |
aṭuḡd | ḍ̱aḍ̱ | ‘vinger’ |
tasa | ṯafunast | ‘koe’ |
aṭaṛ | ḍ̱aa | ‘been’ |
aɣil | aḏraa | ‘berg’ |
asif | aɣẓaa | ‘rivier’ |
tafulust | ṯyaẓiṭt | ‘kip’ |
aḵmez | iššaa | ‘nagel’ |
sker | gg | ‘doe, maak’ |
nda | ṛuḥ | ‘ga’ |
Het Ghomara heeft ook niet de bekende centraal Riffijnse klankverandering l > r ondergaan. Als gevolg hiervan is het woord voor ‘ezel’ in het Riffijns aɣyur, maar in het Ghomara Berber aɣyul. Een ander opvallend verschil is de uitgang van het vrouwelijk meervoud –an, bijvoorbeeld taṭṭiw-an ‘ogen’ in plaats van het Riffijnse –in, tiṭṭaw-in ‘ogen’, wat terug te zien is in de naam van de stad Tetouan (ogen, bronnen).
Invloed van het Arabisch
Als gevolg van de intensieve contacten en de langdurige tweetaligheid zijn de Berbertalen in het noorden van Marokko (maar ook in de rest van Noord-Afrika) sterk beïnvloed door het gesproken Arabisch. Deze invloed is vooral terug te vinden in de woordenschat en in de morfologie (woordvorming). In het Ghomara Berber is de mate van beïnvloeding uitzonderlijk sterk.
Uit taalkundig onderzoek is gebleken dat bepaalde woorden zeer moeilijk te vervangen zijn door leenwoorden. Vooral woorden die in het dagelijks leven vaak gebruikt worden, zijn stabiel in de meeste talen. Werkwoorden zoals lopen, zitten, staan, en spelen en zelfstandige naamwoorden zoals neus, mond, hoofd, en voet worden slechts in uitzonderlijke gevallen vervangen door woorden uit een andere taal. In het Ghomara Berber zien we echter dat een groot deel van die woorden geleend is uit het Arabisch, bijvoorbeeld lǧeld ‘huid’, llḥem ‘vlees’, ḍḍmaɣ ‘hoofd’, lexnafeṛ ‘neus’, lkebda ‘lever’, ɛeṭṭ ‘bijten’, llil ‘nacht’, nnežma ‘ster’, lehwa ‘regen’, dduxxan ‘rook’, lɛafya ‘vuur’.
Van verkleinwoorden…
Deze invloed heeft geleid tot een aantal zeldzame grammaticale fenomenen. Zo is de manier waarop verkleinwoorden worden gemaakt deels ontleend aan het Arabisch. In het Berber is het mogelijk om een verkleinwoord te maken door een vrouwelijk voorvoegsel t- en een vrouwelijk achtervoegsel -t toe te voegen aan een mannelijk inanimate (niet-levend) object. Bijvoorbeeld asif ‘rivier’ wordt tasift ‘kleine rivier’ of asafu ‘toorts’ wordt tasafuṯ ‘kleine toorts’. Het systeem waarmee verkleinwoorden in het Arabisch worden gevormd is compleet anders. Het Arabisch voegt een i of iyy in tussen opéénvolgende medeklinkers. Zo wordt bijvoorbeeld kelb ‘hond’ kliyyeb ‘klein hondje’ en lmeqqas ‘schaar’ wordt lemqiqes ‘schaartje’. Dit Arabische systeem is, door de massale ontlening van zelfstandige naamwoorden, overgenomen in het Ghomara Berber. Het is dus mogelijk om middels het Arabische systeem Berberwoorden te verkleinen. Een woord als afus ‘hand’ wordt dan afwiyyes ‘handje’ en tafellunt ‘pan’ wordt taflilent ‘pannetje’. In sommige gevallen is het zelfs mogelijk om een drieledig onderscheid te maken door het Berberse en het Arabische systeem te combineren, bijvoorbeeld azref ‘weg’, tazreft ‘weggetje’ en tazriyyeft ‘pad’. Dat betekent dus dat ontlening niet alleen bestaande woorden en constructies vervangt, maar ook de mogelijkheden uitbreidt van wat je kunt zeggen in een taal.
… tot werkwoorden
Het Ghomara Berber ontleent ook veel werkwoorden aan het Arabisch. Er is daarbij een onderscheid te maken tussen twee groepen werkwoorden. De eerste groep werkwoorden krijgt de oorspronkelijke Berberse uitgangen. Het werkwoord fṛeq ‘ verdelen’ is daar een voorbeeld van. Het heeft een Arabische oorsprong maar wordt in het Berber vervoegd. Dit soort ontleningen komt in veel Berbertalen voor, maar natuurlijk ook in andere talen. Je kunt bijvoorbeeld denken aan de recente ontlening downloaden in het Nederlands. Je kunt dit werkwoord alleen in het Nederlands vervoegen, dus ik download, jij downloadt, etc. De tweede groep werkwoorden verschilt van de eerste groep doordat zij alleen maar in het Arabisch vervoegd kunnen worden. Werkwoorden zoals ṣṣad ‘vissen’, tkeyyef ‘roken’, ɛṛeq ‘ zweten’, ḥšem ‘zich schamen’, ṣbeṛ ‘geduld hebben’ kunnen stuk voor stuk alleen maar in het Arabisch vervoegd worden. Dit type ontlening is zeer zeldzaam in de talen van de wereld. Binnen de Berber taalfamilie is het fenomeen uniek.
Twee voorbeeldzinnen
Om deze twee fenomenen te illustreren volgen hieronder twee geluidsfragmenten. In het eerste fragment is een Berberwoord te horen dat het Arabische verkleinwoord-systeem volgt. Het onderstreepte woord is een verkleinde vorm van het Berberse woord awɣlal ‘pot’. De klinker iyy vervangt de a. Dit patroon is ontleend aan het Arabisch.
Fragment 1:
kayen a yttawin ila’axirihi awɣliyyel…
Sommigen nemen ook een potje…
In het tweede fragment zijn werkwoorden te zien die volgens de twee verschillende systemen worden vervoegd. De vetgedrukte werkwoorden usir ‘oud zijn’ en ṭṭeṣ ‘slapen’ hebben de Berberse werkwoordsuitgang –en van de derde persoon meervoud. Het onderstreepte werkwoord tweḍḍa ‘zich wassen’ heeft daarentegen een volledig Arabische vervoeging. De y geeft aan dat het werkwoord een mannelijk onderwerp heeft in de derde persoon enkelvoud. Het Arabische element ka– wordt heel vaak gebruikt met deze vorm van het werkwoord.
Fragment 2:
usiren, leḥšam nnes teṭṭsen iḏes g uxyam. ka-ytweḍḍa g waššin
Ook al waren ze oud, de kinderen sliepen met hem in dezelfde kamer. Hij waste zich in de stal.
Het Ghomara Berber illustreert de talige diversiteit in het noorden van Marokko. De taal verschilt op een aantal cruciale punten van de grote Berbertaal in het noorden, het Riffijns Berber. Het meest opvallende is echter de invloed die het Marokkaans Arabisch heeft uitgeoefend op de taal. Niet alleen de woordenschat van het Ghomara Berber is daar enorm door beïnvloed, maar ook de grammatica. De sprekers hebben de twee talen op een originele en creatieve manier gecombineerd om nieuwe grammaticale mogelijkheden te construeren.
Referenties
- Colin, Georges S. (1929). Le parler berbère des Ġmāra. In: Hespéris 9. Paris: Librairie Larose.
- Kossmann, Maarten (2013). The Arabic Influence on Northern Berber. In: Studies in Semitic Languages and Linguistics. Leiden & Boston: Brill.
- Lafkioui, Mena (2007). Atlas linguistique des variétés berbères du Rif. Cologne: Rüdiger Köppe.
- Mourigh, Khalid (forthcoming). A grammar of Ghomara Berber.