Dit is een traditioneel verhaal van de Iraqw uit Tanzania. Het verhaal werd verteld op 7 mei 2017 in Kwermusl, Tanzania door Josefina Maqa en is opgeschreven en vertaald naar het Swahili door Basilisa Hhao. Je kunt de originele videoopname van dit verhaal zien op YouTube, kanaal Iraqw Research Materials, playlist Hadithi. Er is ondertiteling: Kies “Icelandic” voor Iraqw (sorry, voor YouTube bestaat Iraqw nog niet); maar er is ook ondertiteling in Swahili, de taal van Tanzania.
Lang geleden in een land hier ver vandaan, leefden de dieren van het dierenrijk bij elkaar. Ze woonden in een groot huis en iedere dag gingen ze op pad om te jagen of gras en bladeren te eten. Als ze dan ’s avonds terugkwamen, was het huis de hele dag leeg geweest. Na een dag hard werken moesten ze nog vuur maken om te koken, en dan ook nog eens opruimen. Daarnaast waren ze bang dat in het huis ingebroken zou worden, dus ze besloten dat ze iemand zouden kiezen die op het huis paste en die de hele dag het vuur aan zou houden. Zo kon iedereen lekker uitrusten die terugkwam van een dag jagen of grazen. En degene die dus niet zou kunnen jagen of grazen, zou worden geholpen door de rest: iedereen zou een deel van hun eigen eten delen met degene die thuisbleef.
De dieren keken elkaar aan en eentje zei: ‘Hyena, waarom doe jij het niet?’. ‘Nee, nee’, zei de Hyena, ‘Ik ben niet iemand die de hele dag thuis wil zitten.’ De anderen vielen haar bij: ‘Inderdaad, dat is niets voor haar. Laat haar maar lekker buiten gaan jagen.’ ‘Poes, hoe zit het met jou? Is deze taak iets voor jou? Je blijft dan de hele dag op het huis passen, je zorgt dat er vuur is en in ruil voor je werk zal iedereen jou een deel van hun maaltijd geven.’ ‘Ja! Poes dat is iets voor jou’, riep een ander, ‘Je bent al moeder en jij kan dus goed thuis blijven en voor ons zorgen.’ Poes knikte en zei, ‘Is goed, ik zal het doen.’
Moeder Poes bleef de volgende dag thuis toen de andere dieren er vroeg in de ochtend op uit gingen om eten te zoeken. De hele dag blijven ze weg, terwijl Moeder Poes lekker niets hoeft te doen. Ze lag, sufte en sliep, terwijl ze af en toe even keek naar het vuur. Aan het begin van de avond kwamen de andere dieren een voor een weer terug. De Leeuw, het Luipaard en andere roofdieren brachten haar een stuk vlees. Toen kwamen de grazende dieren terug. Als eerste de Neushoorn en de poes zei: ‘Hallo Neushoorn, wat heb je voor mij meegebracht?’ ‘Hallo, Moeder Poes, ik heb stengels van de Mulhháy plant voor je meegebracht, dat eet ik zelf namelijk de hele dag!’ ‘Bedankt hoor, Neushoorn, leg maar op de plank.’ De stengels van de Mulhháy plant moet je weten, zijn giftig voor alle dieren, behalve voor de neushoorn. Die kan Moeder Poes dus niet eten.
Als tweede kwam de Buffel thuis, met haar buik vol met gras. Ze zei: ‘Hallo, Moeder Poes, ik heb geen eten voor je meegenomen, want ik weet dat jij geen gras eet. Maar hier, drink mijn melk’. ‘Bedankt Buffel,’ zei Moeder Poes terwijl ze dronk. Als derde kwam de Olifant, die voor de Poes pompoenen had meegebracht. Moeder Poes wees naar de plank waar ze de andere oneetbare dingen had laten neerleggen en zei: ‘Bedankt Olifant, leg het daar maar neer’. Zo ging het nog verder met andere dieren die binnenkwamen. De ene gaf vlees, de ander gaf melk en weer een ander groente of fruit. Als laatste kwam de Hyena binnen. Ze had die dag niets kunnen vangen en had niets gegeten. Het enige wat ze had kunnen eten was de as van een vuurtje van de mens. Ze had een deel van de as meegenomen voor de Poes en gaf het nu aan haar. Moeder Poes wees weer naar de plank waar alle voor haar oneetbare dingen lagen en zei: ‘Bedankt Hyena, leg maar op de plank. Ik heb genoeg gegeten voor vandaag.’ Moeder Poes draaide zich om en viel ronkend in slaap.
De Hyena liep naar een groepje andere dieren en hoorde daar wat zij allemaal hadden gegeven aan de Poes: verschillende soorten vlees, melk en groente. En zij, de Hyena, had helemaal niets kunnen eten. De dagen daarna ging het net zo: de hele dag lag Moeder Poes op tafel om het huis te bewaken en af en toe even naar het vuur te kijken. ‘s Avonds kwamen alle andere dieren haar eten brengen, behalve de Hyena, die altijd wat moeite had met de jacht. Moeder Poes werd ontzettend dik van al dat eten en niets doen. Elke dag werd Hyena jaloerser op het makkelijke leventje van Poes. Ze besloot dat er een einde aan al deze oneerlijkheid moest komen en ze dacht bij zichzelf: ‘Poes heeft ontzettend veel gegeten en is nu super dik en vet. Als ik er nou eens voor zorg dat ik Moeder Poes opeet, dan zit ik voor een tijdje helemaal vol en kan ik ook lekker genieten van het vlees dat ze heeft gegeten.’
Zo vormde zich langzaam een plannetje in het hoofd van Hyena. Een paar dagen later, schreeuwde de Hyena ’s ochtends: ‘Oef oef oef, mijn maag doet pijn. Ik heb buikpijn. Mijn lijf doet pijn. Ik kan niet gaan jagen vandaag. Oef oef oef!’ Ze schreeuwde luid om ervoor te zorgen dat alle andere dieren haar hadden gehoord. Het enige waar Hyena nog aan kon denken was het opeten van de poes. Zo zou zij ook het eten binnen krijgen dat de poes de afgelopen dagen allemaal had gekregen van de andere dieren. Hyena ging liggen op de vloer van de woonkamer en schreeuwde en jammerde zogenaamd van de pijn. Wat later gingen alle dieren weer hun dagelijkse ronde doen, de een ging naar het veld, de ander ging jagen.
Toen de Poes en de Hyena alleen waren, wekte Hyena Moeder Poes uit haar slaapje. ‘Moeder Poes ik denk dat ik last heb van luizen’, zei ze als onderdeel van haar plan. ‘Kun je kijken of je iets ziet op mijn rechterwang?’ Poes keek slaperig uit haar ogen, maar wilde de Hyena ook helpen. Ze kwam dichterbij en keek naar haar wang, woelde door de haren van de Hyena met haar poot. ‘Ik zie niets, Hyena.’ ‘Misschien de andere wang, kun je die nog bekijken?’ Hoe dichterbij Poes kwam, des te meer liep het water Hyena in de mond. Moeder Poes keek ook naar Hyena’s linkerwang: ‘Ah ja, hier heb je luis.’ Ze pakte een luis met haar poot en stopte die in de mond van de Hyena. Op het moment dat de poot van Poes in de mond van Hyena was, opende Hyena haar bek zo wijd als ze kon en slokte Poes in één keer met huid en haar naar binnen. Poes kon niet eens tegenstribbelen, binnen een paar seconden was ze helemaal opgegeten door Hyena.
De Hyena glimlachte voldaan. Ze ging liggen op de woonkamer vloer en viel in een diepe slaap. Hyena werd wakker van de andere dieren die in het begin van de avond weer thuis kwamen. Zoals altijd hadden ze een deel van hun maaltijd bij zich om aan Moeder Poes te geven. Ze keken rond, zochten in het hele huis, maar ze konden Poes niet vinden. Toen vroeg Neushoorn aan Hyena: ‘Waar is Poes?’ Ook de Buffel en de Leeuw stonden daar ondertussen met eten voor Poes: ‘Hey Hyena, waar is Moeder Poes?’ ‘Ik weet het niet, vrienden,’ zei Hyena, ‘Ik word nu pas wakker, ik heb een paar uur geslapen. Eerst had ik veel buikpijn, toen heeft Poes voor mij pap gekookt.’ ‘En nadat Poes de pap had gekookt, waar is ze toen heen gegaan?’ ‘Ik heb geen idee!’, antwoordde Hyena, ‘Ik ben gaan slapen na mijn pap.’
Het was nu al laat in de nacht, maar de dieren kwamen bij elkaar om te praten, zonder de Hyena. Ze praatten en praatten de hele nacht door: ‘Er is maar één iemand die weet wat er gebeurd is met de Poes. De Hyena moet meer weten dan ze vertelt…’ ‘Of’, zei een ander, ‘misschien heeft de Luipaard Poes wel opgegeten? Hij eet ook vlees en ik zag hem kijken naar haar dikke vette buik.’ ‘Pff geloof je het zelf?!’, riep de Luipaard, ‘Ik heb genoeg te eten, ik zou nooit Moeder Poes opeten. Nee, kijk maar naar de Leeuw. Hij is altijd zo lui, hij wil altijd makkelijk en snel kunnen eten.’ De Leeuw richtte zijn statige kop op en zei: ‘Ik heb Moeder Poes geen haar gekrenkt. Laten we nu allemaal een eed afleggen, en moge hij die liegt rampspoed krijgen. Ik heb de Poes niet aangeraakt.’ Alle andere dieren herhaalden zijn voorbeeld. Toen was het weer ochtend geworden en de dieren besloten terug te gaan naar de Hyena. Zij was de enige die echt wist wat er gisteren gebeurd was met Moeder Poes.
Terug bij de Hyena, nam de Leeuw het woord. ‘Hyena, zeg nog eens, zonder te liegen: Heb jij Moeder Poes opgegeten? Alle andere dieren waaronder ikzelf hebben een eed afgelegd, waarin we zweren het niet gedaan te hebben.’ Langzaam begon het zweet de Hyena uit te breken. ‘Nee, Leeuw, ik heb Moeder Poes niet opgegeten.’ ‘Goed dan,’ sprak de Leeuw plechtig, ‘Breng de speer en steek deze in de grond. Laten we samen bidden en spreken tot de Vader van de goden. Moge hij of zij die de Poes heeft opgegeten door deze speer worden doorboord en zo sterven.’ Allen bogen plechtig hun hoofd en kort daarna staken ze een speer in de grond. ‘Wie springt als eerste over de speer heen?’ vroeg de Leeuw. ‘Ik ga als eerste’ zei de Olifant. En zonder problemen sprong ze over de speer. ‘Nu ik!’ zei de Leeuw. Ook bij de Leeuw ging het goed, zij werd niet door de speer doorboord. De Hyena werd banger en banger, natuurlijk omdat zij wist dat zij degene was die de Poes had doorgeslikt. Als ze sprong, zou ze zomaar eens door de speer kunnen worden doorboord en dat wilde ze natuurlijk niet. Langzaam ging ze steeds een stapje naar achteren, terwijl de andere dieren een voor een over de speer sprongen.
De Kater werd gedwongen om ook over de speer te springen. Hij was in de laatste dagen flink dikker geworden en misschien had hij zijn vrouw wel opgegeten. Maar nee, ook hij werd niet door de speer gestoken. Na de Vogel, de Luipaard en alle dieren die in het huis woonden was er nog één over. ‘Hyena, spring nu!’ ‘Oh nee, ik kan niet, mijn schoenveter zit los.’ ‘Hyena, spring nu!’ ‘Oh nee, ik kan niet, ik moet plassen.’ ‘Hyena, spring nu!’ ‘Oh nee ik kan niet, ik moet poepen.’ ‘Och Hyena, ga nu gewoon. Het is toch geen probleem voor jou? Waarom spring je niet?’ ‘Oh nee, ik heb weer last van mijn maag, ik kan nu echt niet springen. Ik heb diarree, ik kan echt niet springen’. De andere dieren keken even naar elkaar. De Hyena was nu echt heel bang geworden en hij zag dat de andere dieren langzaamaan steeds bozer keken. ‘Ohh… Ahh… Ehh…’ stamelde de Hyena. Toen dacht ze bij zichzelf: ‘Het beste dat ik nu kan doen is springen. Misschien gaat het wel goed, maar anders doen de andere dieren mij misschien wat aan.‘ Toen sprong ze maar in de lucht raakte ze haar balans kwijt en ze viel op de speer. De speer reet haar buik open, gelukkig voor Hyena was ze snel gestorven. Toen haar buik nog verder openscheurde, kwam daar Moeder Poes uitvallen. Ze leefde nog, omdat de Hyena haar zonder te kauwen in één keer had doorgeslikt.
De andere dieren kwamen aanrennen en maakten de Poes schoon. Ze waren blij dat ze haar hadden teruggevonden, maar ook verdrietig dat de Hyena haar had opgegeten en daarover had gelogen. Ze sloten de dag af met een gebed om de vloek op te heffen die ze op de speer hadden gelegd. Daarna gingen de dieren weer verder, naar buiten om te grazen en te jagen. Maar voor niemand voelde hun samenleven nog goed. Ze vertrouwden elkaar niet meer, nadat ze elkaar hadden beschuldigd en zich van hun slechtste kant hadden laten zien. Op een van de daarop volgende dagen besloten ze allen hun eigen weg te gaan. Ze gingen de steppe op, de savanne in of klommen in de bomen van het bos. Ieder koos zijn eigen weg en in hun nieuwe leefomgeving spraken niet meer met elkaar. En zo gebeurde het dat de dieren niet langer in huizen samenleefden, maar soort bij soort in het wild.
Je kan meer over zulke verhalen vinden op Verbafricana in het hoofdstuk “Tales” (informatie in het Engels). Er zijn ook enkele artikelen op de Stemmen van Afrika site die je meer vertellen over de verhaalcultuur. De artikelen die specifiek naar dit verhaal verwijzen zijn Dierenverhalen uit Afrika.