Je bekijkt nu Op het Yoruba kun je rekenen
Je taal maakt uit voor hoe je telt

Op het Yoruba kun je rekenen

Houd je goed vast, want dit stuk gaat over… wiskunde! Je denkt nu misschien: ‘dat heeft toch niks te maken met Afrikaanse talen?’ Maar niets is minder waar. De manier waarop je met taal een bepaald getal onder woorden brengt, kan namelijk heel interessant zijn. Het Yoruba (Niger-Congotaal gesproken in Nigeria en Benin) laat dat maar al te goed zien.

            Om een beter idee te krijgen van de getallen in het Yoruba, is het belangrijk om één begrip te kennen: het grondtal. Het grondtal is de hoeveelheid die wordt gebruikt om andere getallen mee te maken, dus het getal waarop het getallenstelsel is gebaseerd. Dat doe je vaak door deze hoeveelheid te vermenigvuldigen of er iets bij op te tellen. In de Nederlandse getallen van tien tot en met 99 is ‘tien’ overal het grondtal. Tien is je beginpunt, en dat kun je vermenigvuldigen met een wisselende hoeveelheid. Woorden zoals ‘vijftig,’ ‘zestig,’ of ‘negentig’ zijn eigenlijk steeds vermenigvuldigingen van tien met iets anders (vijf, zes of negen in dit geval). Je kan ook iets optellen. In dat geval zeg je niet ‘tig,’ maar gewoon ‘tien.’ Denk aan veertien of zeventien. Het woord ‘veertien’ is in klank een beetje veranderd, maar is eigenlijk gewoon ‘viertien.’ Als een getal iets gecompliceerder wordt, zoals 64, analyseer je het als volgt:

vier-  en-  zes-   tig
4       +     (6      x 10)

Je begint dus vanuit tien, vermenigvuldigt die met zes, en telt er nog vier bij op.

In het Yoruba hebben ze niet genoeg aan enkel optellen en vermenigvuldigen, omdat ze een ander grondtal gebruiken. Voor de getallen vijftien tot en met negentien, trek je af van het grondtal twintig. Yoruba is dus een voorbeeld van een ingewikkeld twintigtallig (of ‘vigesimaal’) systeem. Kijk maar naar de volgende Yoruba getallen:

  1. ení / oókang
  2. èjì
  3. ẹ̀ta
  4. ẹ̀ring
  5. àrúng
  6. èfà
  7. èje
  8. ẹ̀jọ
  9. ẹ̀sáng
  10. ẹ̀wá
  1. oókanglá
  2. èjìlá
  3. ẹ̀talá
  4. ẹ̀ringlá
  5. àrúngdílógúng
  6. ẹ̀rìngdílógúng
  7. ẹ̀tadílógúng
  8. èjìdílógúng
  9. oókangdílógúng
  10. ogúng

Laten we zeventien als voorbeeld nemen. In dit getal, ẹ̀tadίlógúng, zie je namelijk twee stukjes die ergens anders in de lijst ook voorkomen. Het eerste stukje is ẹ̀ta: dat is het woord voor ‘drie.’ Het andere stukje is ógúng: het woord voor ‘twintig.’ Om tot de hoeveelheid ‘zeventien’ te komen, trek je in het Yoruba drie af van twintig. Het stukje tussen ẹ̀ta en ógúng, dίl, zou je kunnen vertalen als ‘minder dan’: drie minder dan twintig. Voor de andere getallen tussen vijftien en negentien werkt het precies zo: zestien is bijvoorbeeld vier (ẹ̀ring) minder dan (dίl) twintig (ogúng). Dat laat maar eens zien hoe nauw taal en rekenen met elkaar verbonden kunnen zijn.

Bronnen:

Babarinde, Olusanmi. 2014. “Linguistic analysis of the structure of Yoruba numerals.” Language Matters 45, no. 1: 127-147. DOI: 10.1080/10228195.2013.857362.

Comrie, Bernard. 2013. “Numeral bases.” In The World Atlas of Language Structures Online, geredigeerd door Matthew S. Dryer en Martin Haspelmath. Leipzig: Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology. (Online versie: http://wals.info/chapter/131.)