Stoepradio: de moderne orale traditie van Afrika

Radio trottoir, pavement radio of in het Nederlands ‘stoepradio’ is het onofficiële bediscussiëren van actualiteiten in Afrika, voornamelijk in urbane gebieden.  Ondanks wat de term doet vermoeden betekent dit niet dat deze discussie via radio gaat: het zijn gesprekken met vrienden of bekenden, waaruit bijvoorbeeld politiek nieuws wordt gehaald wat niet openbaar bekend wordt gemaakt door officiële instanties. Informatie ‘van boven’, uit officiële bronnen, die gezaghebbend claimt te zijn, is vaak onvoldoende objectief of gedetailleerd om het publiek tevreden te stellen. Dit is een gevolg van censuur en een ontstaansreden voor stoepradio.
In dit artikel kijken we hoe dit fenomeen eind jaren ’80 beschreven is door Stephen Ellis.

Wist je al dat, in tegenstelling tot de pers, televisie of radio, stoepradio niet wordt beheerd of gecontroleerd door een individu, groep of institutie? Het is anoniem omdat de bron van geruchten moeilijk te traceren is en zelfs democratisch omdat een verhaal niet over een grote afstand oraal verspreid wordt tenzij een grote groep mensen het van belang acht. Zenders van deze verhalen zijn dus ‘gewone’ Afrikaanse mensen, maar tegelijkertijd zijn zij ook de ontvangers van (andere) verhalen. Zender en ontvanger kunnen in dit geval niet altijd strikt gescheiden worden. Beide partijen ervaren dat het medium in informatie kan voorzien die van publiek belang is. Politici en zij die het officiële nieuws reguleren zijn het hier misschien niet mee eens, maar het publiek bepaalt wat interessant en belangrijk is. Dit maakt stoepradio een gezagsondermijnend fenomeen.

Stoepradio kent een aantal favoriete discussieonderwerpen. Zo gedijt het voornamelijk op hatelijk nieuws. Het heeft bijna nooit iets goeds te zeggen over een prominent persoon of politicus. Stoepradio kan bijvoorbeeld schandelijke acties toeschrijven aan politici.
Sommige onderwerpen die bediscussieerd worden lijken niet van belang voor politiek maar betreffen traditie en mythe. Stoepradio brengt soms verhalen van hekserij of andere fenomenen aan het licht die voor de ontvanger irrationeel of bizar lijken. Wanneer dieper bestudeerd, blijkt het vaak dat deze verhalen een belangrijke basis hebben in Afrikaanse religie, folklore en/of orale geschiedenis. De verhalen staan vaak vol plaatselijke metaforen en beelden waardoor een onaannemelijk verhaal een diepe betekenis en geschiedenis blijkt te hebben.
Een voorbeeld hiervan is een gerucht dat in de jaren ’60 in Malawi de ronde deed. Er werd rondverteld dat bloed afgetapt werd uit lijken, wat vervolgens aan Zuid-Afrika verkocht werd. Dit was eigenlijk een metafoor voor de stroom van mankracht uit Malawi naar de Zuid-Afrikaanse mijnen. Eigenlijk was dat hetgeen waarover men sprak.
Dit soort verhalen lijkt dus oppervlakkig gezien absurd of onrealistisch maar blijken toch van groot politiek en cultureel belang.

Is stoepradio niet gewoon een mooi woord voor roddels en geruchten? Het fenomeen is hier zeker aan verwant en een deel van stoepradio bestaat beslist ook uit deze activiteiten. Het heeft echter een andere functie dan haar westerse equivalent. Die laatste vind namelijk plaats in gemeenschappen waar groot belang gehecht wordt aan het geschreven woord. Stoepradio functioneert vaak binnen een gemeenschap waar oraliteit van groot belang is. Door de lage geletterdheid is het gesprokene vaak van groter belang voor een Afrikaans publiek, wat terug te zien is in structuur en inhoud. Dit wordt bijvoorbeeld onderstreept door het gebruik van traditionele metaforen die uit de orale traditie komen, wat van stoepradio een moderne vorm van deze traditie maakt.
De westerse equivalent van stoepradio gebeurt niet alleen oraal maar ook via het geschreven medium: dit speelt in Afrika veel minder.

Stoepradio wordt vaak in het leven geroepen door mensen en in situaties die door ontvangers herkend worden als autoriteit gevende aan het gerucht of het stuk nieuws.
De meest geloofwaardige bronnen van informatie zijn zij die door hun baan of bezigheden toegang hebben tot belangrijke geruchten, zoals personeel van de overheid (bijvoorbeeld chauffeurs) en kappers, of mensen met wijdverspreide sociale contacten, zoals marktkoopvrouwen en handelaren. Niet alle geruchten zijn dus van gelijk belang. Het hangt voornamelijk af van wie deze geruchten verspreid, en in welke context.

Zoals eerder genoemd vind het Afrikaanse publiek het officiële nieuws wat hen geboden wordt vaak niet voldoende. Dit komt onder andere door een tekort aan massamedia. In de loop der jaren is dit natuurlijk uitgebreid, want ook in Afrika is mobiele telefonie en internet van groot belang geworden, maar nog is dit voor lang niet iedereen bereikbaar. Indien het dan toch bereikbaar is, blijkt het dat dit soort media vaak voor een groot deel voor entertainment gebruikt wordt en niet voor het vergaren van nieuws. Ook blijkt het dat wanneer iemand zo’n bron van informatie heeft, bijvoorbeeld een radio, dat men dan niet voldoende nieuws hieruit kan halen. Zowel lokale radiostations als kranten worden gereguleerd door overheden en zenden nieuws uit die het Afrikaanse publiek als oppervlakkig beschouwt. Ook internet wordt in een aantal landen voor een zo groot mogelijk deel gecensureerd, bijvoorbeeld door bepaalde websites niet toe te laten in het desbetreffende land. Zo heeft Ethiopië in 2012 het online belsysteem Skype officieel verboden. Een deel van de verklaring voor het belang van stoepradio in Afrika ligt dus in de afwezigheid van overtuigend geschreven of uitgezonden nieuws en de grote waarde die aan oraliteit wordt toegekend.

Sinds het beschrijven van dit fenomeen door Ellis zijn we 25 jaar verder. Het fenomeen vindt zeker nog plaats, maar door de opkomst van nieuwe media manifesteert stoepradio zich op nieuwe manieren. Kan mobiele telefonie bijvoorbeeld niet van groot belang zijn hier? Lees daarover binnenkort meer!

Literatuur

  • Stephen Ellis, “Tuning In to Pavement Radio” in African Affairs (juli 1989), vol. 88, no. 352, p. 321-330