Het Makhuwa is een Bantoetaal die gesproken wordt in Mozambique en Tanzania. Ondanks de grote afstand tussen het Makhuwa en het Nederlands, lijken de talen soms best op elkaar. Kijk maar eens hoe je ‘ik ben boos’ in het Makhuwa zegt:
Ki-núú-vírúwa
Ik-nu-boos.zijn
‘Ik ben boos.’
Het onderwerp van de zin, ‘ik’, is degene die boos wordt en je hebt het werkwoord ‘boos zijn’. Dit lijkt op hoe we in het Nederlands ‘ik ben boos’ zeggen, met een onderwerp (‘ik’) en een werkwoord (‘boos zijn’). Maar niet alles is vergelijkbaar met het Nederlands. Als je verdrietig bent, zeg je dat namelijk zo:
O-kí-wéréyá eroóho
het(hart)-mij-pijn.doen hart
‘Mijn hart doet pijn’. Betekenis: ‘Ik ben verdrietig’
Als je aandachtig naar het Makhuwa kijkt, zie je dat het hart de oorzaak van het verdrietig voelen is: je hart is namelijk hetgene dat pijn doet. Het overkomt degene die het voelt (‘ik’). Het onderwerp van de zin is nu niet meer ‘ik’, maar ‘hart’. Dat werkt ook zo voor misselijk worden:
O-náá-k-ééttá nríma.
het(hart)-nu-mij-loopt hart
‘Mijn hart loopt (met) me.’ Betekenis: ‘Ik voel me misselijk.’
Er zijn meerdere verschillen te vinden in de manier waarop je gevoelens uitdrukt in het Makhuwa. Een daarvan is hoe actief of inactief je een gevoel beleeft. ‘Boos worden’ beleef je op een actieve manier. ‘Verdrietig zijn’ of ‘misselijk worden’ wordt door je hart veroorzaakt en dat onderga je. Een ander verschil in het Makhuwa is het taalgebruik voor verschillende gevoelens. Voor sommige gevoelens wordt beeldende taal gebruikt: het is niet zo dat je hart daadwerkelijk uit je lichaam springt en een loopje met je neemt, maar dit beeld wordt opgeroepen om te praten over misselijk zijn.
In het Nederlands kun je ook vaak in beeldende taal praten, maar dit werkt toch wat anders. Voor gevoelens kun je dingen bedenken als ‘vlinders in je buik hebben’ voor verliefd zijn. In plaats van ‘ze is verliefd’ kun je ‘ze heeft vlinders in haar buik’ zeggen. Maar de meeste mensen zullen vaker ‘ze is verliefd’ dan ‘ze heeft vlinders in haar buik’ zeggen. Dat is een groot verschil met het Makhuwa; voor ‘misselijk worden’ kun je in het Makhuwa namelijk niet een andere manier gebruiken dan ‘mijn hart loopt met me’. De beeldende manier is juist de meest voorkomende manier en de standaardvorm.
Het Nederlands en het Makhuwa zijn niet de enige talen waar je beeldende taal kunt gebruiken om over gevoelens te praten. Veel talen op de wereld lijken dit te kunnen. Net als hoe je in het Makhuwa ‘hart’ kunt gebruiken voor gevoelens, gebruiken veel van deze talen een verwijzing naar het lichaam om dit te doen. Anna Wierzbicka stelt zelfs voor dat alle talen ter wereld een manier hebben om over gevoelens te praten met verwijzingen naar of in het lichaam. Nog lang niet alle talen op de wereld zijn onderzocht, maar tot nu toe lijken gevoelens vaak uitgedrukt te worden met lichaamsdelen zoals het hart, de ogen, of de lever. Waarom zou je hier zulke beeldspraak voor gebruiken? Nina Pawlak zegt dat praten met beeldspraak minder direct is. Als je iets indirecter en met beeldspraak zegt, dan is er minder nadruk op degene die spreekt. Dat kan nuttig zijn als je wil aangeven dat je zelf een minder actieve rol in het gevoel hebt. En Gerrit Dimmendaal stelt voor dat mensen het liefst op een indirecte manier spreken over negatieve gevoelens of lastige onderwerpen. Zo beledig je iemand bijvoorbeeld minder snel. Hartstikke handig dus!
Literatuur
Dimmendaal, Gerrit J. 2015 “8 Colourful psi’s Sleep Furiously: Depicting Emotional States in Some African Languages. In The Leopard’s Spots (BRILL’S Studies in Language, Cognition and Culture 11), 145-169. Leiden: BRILL.
Pawlak, Nina. 2014. “Notions of self in Hausa.” In The Body in Language, edited by Matthias Brenzinger and Iwona Kraska-Szlenk, 140-159. Leiden: BRILL.
Wierzbicka, Anna. 1999. Emotions across Languages and Cultures: Diversity and Universals (Studies in Emotion and Social Interaction). Cambridge: Cambridge University Press.