Download de app voor meer werkwoordsfuncties!

Als er iets gebeurt in de wereld, dan gebeurt dat meestal met iemand of iets. Bij ‘wandelen’ bijvoorbeeld, is er altijd iemand die dat doet. En bij ‘bakken’ is er niet alleen iemand die bakt, maar ook nog iets dat gebakken wordt. Je zegt dus in het Nederlands ‘Johan bakt pannenkoeken’ en niet alleen ‘Johan bakt’. Maar waarschijnlijk worden die pannenkoeken ook voor iemand gebakken.

Toch is het vreemd om te zeggen ‘Johan bakt Alice pannenkoeken’; beter klinkt het om te zeggen ‘Johan bakt pannenkoeken voor Alice’. Werkwoorden hebben dus maar een beperkt aantal functies die ze kunnen uitdrukken– een beetje zoals een smartphone die net van de fabriek komt en maar twee functies heeft: je kan er alleen mee bellen en foto’s maken.

 

Upgrade je werkwoord met de Makhuwa werkwoord-app

Bantoetalen hebben daar iets anders op bedacht. In het Makhuwa, gesproken in Noord-Mozambique, heeft het werkwoord ‘schrijven’ een schrijver en iets wat geschreven wordt, zoals een brief. Er hoort ook een ontvanger bij, maar die kan je voor dit werkwoord in het Makhuwa niet zomaar toevoegen:


Juma anlépá epapeló gggg
Juma schrijft brief
‘Juma schrijft een brief’
Juma anlépá epapeló Aísha
Juma schrijft brief Aisha
‘Juma schrijft Aisha een brief’

 

Een gewoon werkwoord dus, met maar twee functies: het onderwerp ‘Juma’ en het lijdend voorwerp ‘brief’. Maar het Makhuwa is smart en downloadt voor extra functies gewoon een app op het werkwoord! Zie je het verschil met het vorige voorbeeld?


Juma anlépélepapeló Aísha
Juma schrijft[app] brief Aisha
‘Juma schrijft Aisha een brief’

 

De extra ‑el‑ in het werkwoord heet in de taalkunde daadwerkelijk een ‘applicatieve extensie’. En het Nederlands lijkt dat ook te hebben, kijk maar:

Ik werk ggigggggg
Ik werk het veld ig
Ik bewerk het veld

 

Waar ‘werken’ alleen een onderwerpsfunctie toelaat (‘ik’), maakt het toevoegen van de app be‑ het mogelijk om daarnaast ook een lijdend voorwerp uit te drukken (‘het veld’). Met een app(licatieve extensie) kan je dus een lijdend voorwerp of een meewerkend voorwerp toevoegen aan je werkwoord.

 

Maar er is meer…

In Bantoetalen kan je er echter nog veel meer mee doen: de app kan bijvoorbeeld van een ‘wat’-vraag een ‘waarom’-vraag maken. Eigenlijk vraag je ‘voor wat?’. Zonder app kunnen we alleen vragen naar het voorwerp dat er omgehakt wordt (1a), maar met app ook de reden daarvoor (1c):

 

1a. Hamísí onthíkíla esheení? ggggggggg
Hamisi hakt wat
‘Wat hakt Hamisi om?’
1b. Hamísí onthíkíla nthalí gggggggg
Hamisi hakt boom
‘Hamisi hakt de boom om’
1c. Hamísí onthíkílelesheení ntháli?
Hamisi hakt[app] wat boom
‘Waarvoor hakt Hamisi de boom om?’

En de app kan niet alleen aangeven voor wie je iets doet, of waarom, maar ook waarmee. Het werkwoord ‘roeren’ heeft normaal gesproken twee functies: een roerder en iets dat geroerd wordt (dat is altijd shima, een pap die tot een deegbal geroerd wordt, wat in Tanzania ‘ugali’ genoemd wordt – heel lekker met saus!). Bij het roeren gebruik je ook een lepel, natuurlijk, en die lepel kan je ook toevoegen aan het werkwoord. Je gebruikt daarvoor óf een voorzetsel ni, zoals in 2a, óf onze welbekende app, zoals in 2b.

2a. Amíná onrúwá eshimá (ni nkhóri)
Amina roert shima met lepel
idem: ‘Amina roert de shima (met een lepel)’
2b. Amíná onrúwéleshimá nkhóri
Amina roert[app] shima lepel
idem: ‘Amina roert de shima met een lepel’

 

Kortom, zo hebben Bantoetalen dus een hippe manier om van alles te zeggen over wat er gebeurt, met wie, voor wie, waarmee en waarom: download gewoon een app op je werkwoord. Maar net zoals je op je telefoon soms een app vindt waarvan je niet meer weet wat ‘ie ook alweer doet, zo zijn de Bantoe-apps soms zó multifunctioneel dat het lastig is om te weten wat de extra functie precies is. Bijvoorbeeld in de volgende zin:

3. álé anhítéla esheení namárókolo?
zij doden[app] wat haas

Dit kan, verwarrend genoeg, drie dingen betekenen:

A. ‘wat doden ze voor de haas?’ (insecten bijvoorbeeld)
B. ‘waarom doden ze de haas?’ (om ‘m op te eten)
C. ‘waarmee doden ze de haas?’ (met een giftig worteltje)

 

Laten we voor de haas hopen dat hij in de verwarring kon ontsn-app-en!