Dit is een traditioneel verhaal van de Iraqw uit Tanzania. Het verhaal werd verteld op 24 april 2017 in Kwermusl, Tanzania door Josefina Maqa en is opgeschreven en vertaald naar het Swahili door Basilisa Hhao.
Lang, lang geleden in het land waar alle dieren van elkaar houden, wonen Buffel en Leeuwin samen in een grot. Op een dag krijgen Buffel en Leeuwin allebei een baby. ’s Morgens vroeg als Leeuwin naar buiten gaat om op jacht te gaan en Buffel naar buiten gaat om te grazen, blijven de kinderen achter in de grot. Zo gaat dag in dag uit, de beide moeders gaan naar buiten om eten te halen en de kinderen blijven achter. Ze spelen met elkaar en wanneer baby-Buffel wat is gegroeid, begint hij in het rond te springen. Baby-Leeuw kijkt vol verbazing toe.
Als moeder-Buffel aan het eind van de dag terugkomt naar de grot ziet ze dat haar baby daar aan het springen is. ‘Pas nou op’, zei Buffel tegen haar kind, ‘waarom ben je aan het springen? Als jij per ongeluk met jouw hoef in het gezicht van Leeuw schopt, kan je hem wel eens blind maken. Pas op en stop met dat gespring. Wat zal moeder-Leeuwin doen als ze ziet dat haar welpje blind is geraakt?’ Baby-Buffel hoort zijn moeder niet eens praten, zo blij is hij met zijn nieuwe dans. Die avond komt ook moeder-Leeuwin terug van het jagen en ze gaan allemaal rustig slapen. De volgende dag begint weer als elke andere: moeder-Buffel gaat grazen en moeder-Leeuwin gaat jagen op de savanne. In de grot zijn de kinderen aan het spelen en dansen. De hoeven van baby-Buffel komen steeds hoger en hoger en baby-Leeuw kijkt aandachtig hoe de dans van baby-Buffel gaat. Dan jammert baby-Leeuw: ‘AUWWW!’ Een hoef van baby-Buffel heeft hem heel hard in zijn gezicht geraakt, precies op zijn oog.
’s Avonds komt moeder-Buffel als eerste thuis en ziet wat er gebeurd is met het kind van Leeuwin. Ze schrikt en zegt in zichzelf: ‘Het is gebeurd, het oog van de baby-Leeuw is geraakt en overal is bloed. Waarschijnlijk is de baby blind, wat moeten we nu toch doen?’ Ze begint snel al hun spulletjes bij elkaar te rapen en zegt tegen haar eigen kalf: ‘We moeten hier weg, nu meteen! Als Leeuwin ons straks vindt, zal ze ons dood maken omdat we haar welp hebben verwond.’ Binnen een paar minuten gaan ze op weg, uit de grot en de savanne op. Als eerst komen ze Giraffe tegen. Moeder-Buffel zegt tegen haar vriend Giraf: ‘Kunnen we alsjeblieft bij jou schuilen? Mijn kind heeft per ongeluk de baby van de Leeuwin verwond. We zijn op de vlucht voor Leeuwin!’ Giraffe antwoordt haar: ‘Sorry, vriendin, ik kan je hier niet mee helpen! Je kunt nergens bij mij schuilen, ik woon altijd buiten. Daarnaast wil ik niet dat de Leeuwin ook boos op mij wordt, je moet nu weer verder lopen, succes! Ga!’
En zo gebeurt het de hele tijd met de twee Buffels. Telkens als ze bij een dier of een huis van mensen aankomen, worden ze weggestuurd. Niemand wil haar probleem met de Leeuwin delen en niemand is slim en sterk genoeg om haar te beschermen. Als laatste komt ze aan bij het huis van Sle’eembas. Hij heeft een pijl en boog en is ook nog eens erg slim. Z belt aan bij Sle’eembas, hij doet open en zegt: ‘Ik kan je wel helpen, Buffel, maar wat krijg ik ervoor terug?’ Moeder-Buffel denkt even na en zegt: ‘Als jij me helpt, Sle’eembas, dan krijg je twee van mijn uiers om er melk uit te halen. De andere twee heb ik dan voor mijn baby. Als jij me helpt, krijg je dus dagelijks verse melk!’ Dat klinkt Sle’eembas goed in de horen en haastig laat de Buffels binnen.
Terwijl Buffel bij de mensen aan het aanbellen is, komt Leeuwin thuis van het jagen. Ze vindt in de grot haar welp en heel veel bloed. Ze ziet meteen dat haar baby blind is geworden en wanneer ze hoort dat baby-Buffel dat heeft gedaan, wordt ze woest. Ze maakt haar baby helemaal schoon en verbindt haar met genezende bladeren. Daarna stormt ze de grot uit op zoek naar Buffel. Leeuwen kunnen heel goed ruiken en dus rent ze over de savanne, terwijl ze het spoor van de Buffels volgt. Uiteindelijk leidt het spoor naar de hut van Sle’eembas. Nadat de Buffels bij Sle’eembas waren gekomen, had hij zijn pijl en boog erbij gepakt. Hij smeerde de scherpe punten van de pijlen in met gif en daarna boorde hij een aantal gaten in de muren van zijn ronde hut. Net als hij daarmee klaar is, komt Leeuwin bij de hut aan. Ze roept hard: ‘Sle’eembas! Kom naar buiten, je weet waarom ik hier ben. Geef me mijn Buffel terug, ik weet dat ze bij jou aan het schuilen is!’ Langzaam opent Sle’eembas de deur en houdt zijn pijl en boog zo verborgen voor Leeuwin. Hij kijkt om de hoek van de deur en zegt tegen Leeuwin: ‘Buffel is hier niet, ga maar weer verder.’ Leeuwin geeft antwoord: ‘Ik zie dat het voet- en geurspoor van Buffel hier stopt, Sle’eembas. Geef me mijn Buffel terug.’ Langzaam komt Leeuwin dichterbij. ‘Wat ga je nu doen, Sle’eembas?’ roept Leeuwin. Sle’eembas draait zijn arm vanachter de deur naar zich toe en laat de pijl los. Daarna rent hij snel naar binnen en doet de deur dicht. De eerste pijl heeft Leeuwin geraakt in haar poot. Ze lacht erom, het doet haar helemaal geen pijn. De huid van een Leeuwin is dik.
Leeuwin loopt met slepende poten rond de hut. Ze gromt en schreeuwt: ‘Buffel! Je moet naar buiten komen, je hebt mijn welp verwondt!’ Buffel en Sle’eembas houden zich stil en als Leeuwin even stilstaat, schiet Sle’eembas de tweede pijl af door een van de gaten die hij in zijn hut heeft gemaakt. Snel daarna volgt nog een derde pijl en dan pas heeft Leeuwin door dat dit geen gewone pijlen zijn. Ze voelt langzaam het gif binnentrekken en al snel heeft het haar lichaam in bedwang. Binnen een paar minuten valt ze dood neer. Sle’eembas rent snel naar buiten om te kijken of Leeuwin echt dood is. Daarna haalt hij de huid en het haar van de Leeuwin om het te drogen.
De volgende dag melkt Sle’eembas Buffel en hij en zijn kinderen genieten van de melk. Twee van de uiers zijn nu van hem, dat is de afspraak voor de bescherming tegen de leeuw. Een paar dagen gaat het zo door, de Buffels leven samen in het huis met Sle’eembas en zijn gezin. Als moeder-Buffel doorkrijgt dat Leeuwin echt dood is en geen bedreiging meer vormt, wil ze niet meer dat Sle’eembas haar melk afneemt. Iedere keer als Sle’eembas in de buurt komt, schopt ze hem met haar sterke hoeven. ‘Buffel,’ zegt Sle’eembas, ‘Dit is niet eerlijk! Ik heb jou geholpen en jij hebt mij beloofd dat ik melk krijg voor mij en mijn gezin. Mijn kinderen hebben last van voedseltekort en daar worden ze ziek van. Ik heb jouw melk nodig!’ Sle’eembas gaat naar buiten om na te denken over de situatie. Hij loopt tussen de bomen van het bos door en komt uit op een open plek. Hij ziet daar gras en besluit wat mee naar huis te nemen.
Terug in de hut geeft hij het gras aan de Buffels. De Buffels eten het gras op. Nu is Buffel weer in staat om voldoende melk te maken, zowel voor haar eigen baby als voor de kinderen van Sle’eembas. Buffel geniet van het gemak en de bescherming van Sle’eembas en op zijn beurt geniet Sle’eembas van het feit dat hij zijn gezin meer eten en drinken kan geven. Uiteindelijk gaan de Buffels niet meer terug naar hun eigen grot om te leven in het wild. De Buffels krijgen hun eigen hut en gaan ze elke dag met Sle’eembas of zijn zoon mee om te grazen en ’s avonds komen ze terug naar hun veilige hut. Langzaam maar zeker gaan steeds meer mensen in het dorp bescherming bieden aan dieren en zo is het dus gekomen dat de Iraqw – en andere mensen in Tanzania – vee zijn gaan houden.
Je kan meer over zulke verhalen vinden op http://verbafricana.org/iraqw/ in het hoofdstuk “Tales” (informatie in het Engels). Er zijn ook enkele artikelen op de Stemmen van Afrika site die je meer vertellen over de verhaalcultuur. De artikelen die specifiek naar dit verhaal verwijzen zijn Dierenverhalen uit Afrika.