Je bekijkt nu Groeten in geuren en kleuren
foto: Mark Dingemanse

Groeten in geuren en kleuren

Loop je vroeg in de ochtend door Akpafu-Mempeasum, een bergdorp in Oost-Ghana, dan word je bij elk erf uitgebreid begroet. Het begint zo:

ALò ya ɔ̀!
Gegroet!
BA rɛ kpoo?
Lekker uitgerust?

Je eerste antwoord is een wedervraag, net als bijvoorbeeld in het Nederlands (Hoe is ’t? En met jou?). Het woord kpoo in de wedervraag wordt vaak verlengd in de uitspraak —kpoooo— en betekent iets als ‘rustig’ of ‘sereen’.

Ben je op weg naar je akker, dan kun je het hier bij houden. Maar ken je elkaar goed en heb je tijd om te keuvelen, dan kun je nog even door. Begroetingen zijn namelijk dé manier om samen de balans op te maken en stil te staan bij je nachtrust, je huisgenoten, je gezondheid, en meer. Bijvoorbeeld zo:

AMàturi ɔ̀ rɛ?
Zijn de jouwen uitgerust?
Bima ɔ̀ rɛ?
Die van jou dan?
AA sarɛ kpokporokpo?
Ben je gezond? (lett.: ben je kpokporokpo?)
BKpokporokpo alɛ ìta!
Kerngezond! (lett.: zo kpokporokpo als een steen!)

Laten we eens beter kijken naar die laatste twee zinnen. Letterlijk wordt er gevraagd: ‘voel je je kpokporokpo?’, waarop het antwoord is, ‘zo kpokporokpo als een steen!’. Dat bijzonder klinkende woord zou je kunnen vertalen als ‘hard’, of in deze context ‘kerngezond’, want wie hard is is niet ziek, zwak of misselijk. Maar ik heb het hier onvertaald gelaten omdat ik het over het woord zelf wil hebben. Kpokporokpo is namelijk een woord waarbij in de klank iets doorschijnt van de betekenis.

Ideofonen

Zulke klankschilderende woorden vind je in talen over de hele wereld: van het Japans tot het Baskisch tot het Zoeloe. Zelfs in het Nederlands zijn er wel een paar — denk aan zigzaggen of mummelen. Maar het was Clement Doke, een expert in Afrikaanse talen, die zag dat zulke woorden in sommige talen zo talrijk zijn dat het handig is om ze een naam te geven: ideofonen (naar “idee” + “geluid”: een geluid dat de betekenis uitbeeldt). Volgens Felix Ameka, professor aan de universiteit van Leiden, vormen in veel talen ideofonen net zo’n belangrijke woordklasse als bijvoorbeeld naamwoorden of werkwoorden.

Terug naar kpokporokpo. Hoe kan een woord precies hard aanvoelen? Misschien is het de plofklank “kp”, die hard en weerbarstig aanvoelt. Of de herhaling, waarin je met een beetje goede wil een steen kunt horen die op de grond klettert. Maar vaak zijn het niet zozeer de klanken zelf, maar hoe het woord als geheel uitgesproken wordt en hoe het contrasteert met andere woorden. Neem bijvoorbeeld de fiɛfiɛ ‘zacht en zijig’, een beetje fluisterend uitgesproken. In een quiz zou je die twee niet snel verwarren.

Onderzoek laat zien dat praktisch iedereen verbazend goed is in het raden van de betekenis van ideofonen uit talen rond de wereld. Dat geeft aan dat er in de klank iets doorschijnt van de betekenis. En dat maakt ideofonen bijzonder: bij heel veel woorden is er namelijk geen direct verband tussen vorm en betekenis. Doe zelf een testje als je wilt. Kies voor de volgende twee ideofonen uit het Siwu wat ze volgens jou betekenen:

tagbaraa — A) lang of B) kort?
wosoroo — A) glad of B) ruw?

Ik verklap het nog niet, maar als je doorleest vind je de antwoorden.

In geuren en kleuren

Het Siwu heeft honderden, misschien wel duizenden ideofonen. Allemaal woorden die zintuigelijke ervaringen uitbeelden — van hoe dingen klinken tot hoe ze bewegen, voelen of eruit zien. De antropoloog Evans-Pritchard vergeleek ideofonen met gedichtjes die in één woord een rijke scene oproepen. Dit zijn de woorden die je gebruikt als je in geuren en kleuren wilt vertellen.

Maar wat doen die schilderachtige woorden nu precies in alledaagse begroetingen? Begroetingen zijn eigenlijk kleine rituelen waarmee we sociale relaties bevestigen en bestendigen. Wie je groet, die ken je. En wie je kent, die groet je. Kun je de tijd nemen voor een samenzijn, dan is een het eerste dat je doet een uitgebreide serie begroetingen afwikkelen. In het Siwu —en breder, in veel delen van West-Afrika— zijn zulke uitgebreide begroetingen een belangrijke manier om echt aandacht te schenken aan elkaar. En wat spreekt nu meer dan een ideofoon? Een éénwoordgedicht waar de betekenis van afspat. Iets waarmee je in één klap uitdrukking kunt geven aan hoe het nou écht met je gaat.

Een mooi voorbeeld daarvan is een verhaal dat in Akpafu-Mempeasem verteld wordt over Mama Dzua, een geliefde vrouw en grootmoeder die in 2007 overleed. Zij begroette je niet op de standaardmanier, maar zette haar brede glimlach kracht bij met een eigen ideofoon, krukrukru, een woord dat iets betekent als ‘innerlijk blij’.

Hoe’s’t?

Natuurlijk heb je niet altijd zin of tijd voor een uitgebreide begroeting. Ben je onderweg, of heb je geen trek in een praatje, dan kun je het gewoon houden bij de eerste twee regels van het script: Lò ya ɔ̀! ‘Hoe is ’t?’ A rɛ kpoo? ‘Jij dan?’ En zelfs die ‘jij dan?’ in het Siwu heeft nog een zweem van klankschildering. Ook kpoo ‘sereen’ is namelijk van oorsprong een ideofoon. (Wat is er zo sereen aan kpoo, vraag je je misschien af. Vergelijk het met gadaragadara ‘chaotisch’ en je krijgt een idee.)

Alledaagse begroeten behoren tot de meestgebruikte stukjes taal. En zoals dat gaat met veelgebruikte woorden (denk aan ‘hoe is het?’, dat steeds meer verfrommeld raakt tot ‘hoe ‘s’t?’), zo is ook kpoo wel een beetje aan slijtage onderhevig. In de alledaagse groet wordt het woord niet vaak meer op een heel speciale manier uitgesproken. Waar het eerst misschien een schilderijtje was is het nu meer behang geworden. Een mooie achtergrond om rustig aan de dag te beginnen. Gegroet!

De antwoorden

Als je het tot hier hebt geschopt ben je ook vast nog wel benieuwd naar de betekenissen van tagbaraa en wòsòròò. De juiste antwoorden zijn ‘lang’ (niet kort) en ‘ruw’ (niet glad). Had je het goed? Geef jezelf een schouderklopje: je voegt jezelf bij de meerderheid van 85% die het in een onderzoek naar deze ideofonen ook juist raadde.

Bronnen

  • Ameka, Felix K. 2001. Ideophones and the Nature of the Adjective Word Class in Ewe. In Voeltz, F. K. Erhard & Kilian-Hatz, Christa (eds.), Ideophones, 25–48. Amsterdam: John Benjamins.
  • Evans-Pritchard, E. E. 1962. Ideophones in Zande. Sudan Notes and Records 34. 143–146.
  • Dingemanse, Mark & Schuerman, Will & Reinisch, Eva & Tufvesson, Sylvia & Mitterer, Holger. 2016. What sound symbolism can and cannot do: testing the iconicity of ideophones from five languages. Language 92(2). e117–e133. (doi:10.1353/lan.2016.0034)
  • Doke, Clement Martyn. 1935. Bantu Linguistic Terminology. London: Longmans, Green, and Co.